vrijdag 18 december 2009

om een langdradig verhaal korter te maken



vanochtend hing er een touw
uit de hemel
ik liep erlangs trok er eens aan
ergens ging een bel

voor mijn voeten viel
de ziel
van een geplukte wirwarvogel

dood

donderdag 3 december 2009

stroomafwaarts


zoveel stof op de rivier vandaag
zoveel droogte
drijvend op het water

in de verte
likt de monding schrale lippen
schorre golven
zoeken stemmen langs de dijk

stroomafwaarts
waar het meisje loopt

ze zwijgt
nog in de war gebracht door korenbloemen
en de warmte van november

zondag 18 oktober 2009

een man van een boom


de oude man
terneergeslagen

zijn hoed op schoot
de wind nu spelend door zijn haar

-het kind
dat speelt
onder zijn lege armen-

hij weet
de kleuren liegen
in de herfst

zaterdag 29 augustus 2009

zwaktebod


hij kijkt met een geverfde glimlach toe
hoe dieren
het publiek verscheuren
zolang het orgel draait
zijn wereld
tot de jaren daar zijn
waarin hij is blijven hangen
daar
-in de schaduw van zijn eigen hoed-
trekt hij roze tijgers uit de muur
en grapt

vrijdag 17 juli 2009

per seconde wijzer


de jongen gooit
zijn hengel uit

dobber dansend
in het water

mijn hemel fronst
de rivier

het kind -nu al verpest-
heeft beet

toch

zaterdag 27 juni 2009

hellend vlak


deze wereld is mooi zegt ze
en kijkt naar de schapen
die grazen langs de dijk

ze leest het werk
van een andere dichter
noemt mij haar vleesgeworden woord

ik kijk haar aan
en zucht
je bent voor mij nog steeds de ware

een schaap valt om
en rolt

dinsdag 16 juni 2009

schemerwoorden


soms vertelt ze
over ingevallen schuurtjes

rookpluimen
aan de horizon

van afgelegen dorpjes
waar ik haar niet redden kon

vraagt ze me naar schemerwoorden
die vallen in het duister

ik zou het donker kunnen schreeuwen
maar zij heeft liever
dat ik fluister

vrijdag 12 juni 2009

visvogels

diep in haar donkere ogen
zwommen vissen
in haar buik

onderin haar bladerhart
nestelden ze
op haar hoofd

en eenmaal zo diep
van binnen
wist ze zeker

dat vissen vogels moesten zijn

zondag 7 juni 2009

gemist moment

ik schilder het je voor
zei ze
let op de zon

let op de zon
en hoe hij binnen valt

kijk naar de tralies

ze steken nog
-maar prachtig af
tegen het kalkstenen plafond

waar zojuist een vogel overvloog

woensdag 3 juni 2009

weerzien

ik zag haar weer
na al die jaren

nog steeds op bladzij vierentwintig
nog steeds niet blij
mij weer te zien

je hebt me ooit gedoodverfd
zei ze
zwijgend

gedoodverfd
als een stiltevogel

hoor
hoe mijn droge vleugels schuren
langs het zwartenaampapier

zaterdag 28 maart 2009

heen en weergaan


zo lief
ze zit
de lege schommel

weer en heen
heen en weer

klinkt haar klimlach
uit de wolken

weer en weer
en weer weer

ik heb de wind gevangen
roept ze nog

en heen

maandag 23 maart 2009

over vogels en nonnen


het was een dag
als alle andere
de vogels daargelaten

we dronken kloosterbier
-teveel-
zongen mee met de matrozen
er lagen eens twee nonnen op het strand

je vroeg nog of ik schelpen wilde dragen
toen ik stierf daar
in het zand
een dag
als alle andere
de vogels daargelaten

maandag 16 maart 2009

schuldvraag


boven zich de raven
cirkelend
lachend om de dood

onder hem zijn lichaam
bewegingloos
huilend om het leven

dorstig
in tweestrijd
wiens bloed
te moeten drinken

zaterdag 7 maart 2009

lachend water


we lagen samen langs de oever
de halmen boven ons
ze wiegden ons in slaap

dit is de overzijde zei ze
wij
gevallen vogels

ik vroeg haar hoe het was
zo hoog
te kunnen vliegen

wederom was daar het water
lachend
om mijn ongeloof

dinsdag 3 maart 2009

traanzwart


gebolde ogen zweven
hoog boven de zwarte golven
schrijnend dragen ze gedroogde woorden
nog nooit doorklonken
in de wind

gebolde ogen
traanzwart huilend
in de schrale grond

zondag 1 maart 2009

soms streelde ik haar


ze had iets dierlijks over zich
alsof er vogels vlogen
in haar hoofd

soms hoorde je gefladder in haar stem

dan veegde ze de veren van haar schoot
uit angst
haar prooi te moeten delen

soms streelde ik haar dan

zaterdag 28 februari 2009

jaarringen


onze glazen
koud
beslagen

druppels dalen
langzaam
neer

alsof zij
niet durven dansen
om de kringen in de tafel

nooit eerder heeft de tijd
-hier langer-
stilgestaan


zaterdag 21 februari 2009

winterdood


hij had de zomer lief

wanneer de regen overging in sneeuw
stond hij daar in het land
stak zijn spade in de kleffe aarde
groef zijn koude wintergraf

bedekte het zwarte
met het wit
het witte
met het zwart

totdat de grond bevroren was
en hij zijn stem
nog voor een laatste maal
verhief

vrijdag 13 februari 2009

huidbrand


mijn huid keert
brandend zich in mij
schaars ga ik gekleed

zwart staat me prachtig
het rode maakt me heet

mijn huid brandt
mijn huid brandt
als de dood ga ik gekleed

als de dood
schaars als de dood

keert mijn huid
zich brandend
in mij

zondag 8 februari 2009

zeezicht


ik vroeg haar naar de schepen
die dreven in de olieverf
en naar de golven in haar stem

er is veel te dragen zei ze
veel te dragen
wat ons wil bevaren

en dat we als het water waren
altijd naarstig
zoekend
onderweg

vrijdag 6 februari 2009

doodlopend



zie de delvers
huiswaarts keren
blikken op oneindig

de één heeft zichzelf begraven
de ander
de ander

moeder aarde is bewogen
met open armen
laat ze zich getroosten
-ziet de delvers

de één heeft zichzelf begraven
de ander
de ander

woensdag 4 februari 2009

over een leven onder water




de vis
die ik vanochtend vond
zijn schubben zwaar gehavend
kieuwen volgeschept met zand

hij fluisterde mij toe
met drooggetrokken vissenmond
zwem niet
zwem niet in deze zee

ik ben er naast gaan liggen
langzaam open
langzaam dicht
maar vergat erbij te sterven

het had wel iets van poëzie

dinsdag 3 februari 2009

vogelgeluiden


met ranke handen
bootst ze vogels
op de muur

ze vlekken doffer
nu bij maanlicht
als bij dag

ze vallen weg
en komen op
ik leer ze vliegen grijnst ze

ik draai me om
sluit het raam
de nacht is nog maar kort

maandag 2 februari 2009

stilte in het zand


gevallen vogel
stof geeft nog een aarzeling
dood laat zich wachten

zaterdag 31 januari 2009

onzichtbaar


ik zag niet hoe jouw ogen zochten
langs de bladeren op de grond
alsof je leefde in de dood

met hen de laatste schaduw
nog leek vast te klampen
en uiteindelijk besloot

nogmaals zeg ik je
ik zag het niet

noch het tuinpad
waar jouw laatste voetstap
nog afgedrukt staat
-als bemind-

ik zag niet
hoe je naar me omkeek

ik hoorde slechts
het kraken van het grind

donderdag 29 januari 2009

ontbergen




zoals de weg liep
tot over de heuvels
en de huizen in het dal

was voor haar de angst
voor mij een melodie
toch
beide hoofden even vol

maar zij droeg dan ook het water
en ik speelde met het vuur

maandag 26 januari 2009

Mannin


het vale ochtendlicht

de hartslag van een vogel
-verschrikt nog-
in haar hand

ze trok haar blik van hem af

hing haar ziel in een boom
en begroef zich
in de rode aarde

zondag 25 januari 2009

Voortbrenging



Voortbrenging


we hadden de zee in ons hoofd
en vissers
die hun netten knoopten


zo nu en dan dreef er een hond voorbij
die later nog -vanuit de verte-
blaffen zou


toch leek mij de wereld
nu nog ongeboren
tot jij me op de vogels wees

en hoe hun zware vleugelslag
verstilde