zondag 27 juni 2010

pannenkoekenhuis

wij waren stroopkinderen
soms dropen we van tafel
zomaar vlekkend op de grond

vloekend
naast de lege fles
zei moeder dan
dat vader net zijn achtste dood
was gestorven

zijn klompen bij het vuur
en wij -niet beter-
wetend

zwegen

(gepubliceerd in Meander 24-04-2011)

over vogelvraat en steenvissen

de dag waarop mijn vader stierf
zei hij dat het huis zou zinken
er steenvissen in de muren zwommen

met wie je niet kon praten
omdat het lege bellen waren
achter glasvezelbehang

het was de dag ervoor
dat mijn moeder weigerde
de ramen te sluiten

er vogels aan de muren vraten
en ik plavuizen legde
in de gang

(gepubliceerd in Meander 24-04-2011)

donderdag 3 juni 2010

over gezichtsverlies en glazen tafels



de nacht valt om
het regent

als dood gewaande dichter
raapt hij de gezichten van de straat
sommige praten nog
-met overslaande stem-
alsof ze op de lijntjes wilden lopen

hij lacht en moffelt ze
onder zijn natte kleren
thuis op zijn glazen tafel
worden ze uitvergroot