zaterdag 28 februari 2009

jaarringen


onze glazen
koud
beslagen

druppels dalen
langzaam
neer

alsof zij
niet durven dansen
om de kringen in de tafel

nooit eerder heeft de tijd
-hier langer-
stilgestaan


zaterdag 21 februari 2009

winterdood


hij had de zomer lief

wanneer de regen overging in sneeuw
stond hij daar in het land
stak zijn spade in de kleffe aarde
groef zijn koude wintergraf

bedekte het zwarte
met het wit
het witte
met het zwart

totdat de grond bevroren was
en hij zijn stem
nog voor een laatste maal
verhief

vrijdag 13 februari 2009

huidbrand


mijn huid keert
brandend zich in mij
schaars ga ik gekleed

zwart staat me prachtig
het rode maakt me heet

mijn huid brandt
mijn huid brandt
als de dood ga ik gekleed

als de dood
schaars als de dood

keert mijn huid
zich brandend
in mij

zondag 8 februari 2009

zeezicht


ik vroeg haar naar de schepen
die dreven in de olieverf
en naar de golven in haar stem

er is veel te dragen zei ze
veel te dragen
wat ons wil bevaren

en dat we als het water waren
altijd naarstig
zoekend
onderweg

vrijdag 6 februari 2009

doodlopend



zie de delvers
huiswaarts keren
blikken op oneindig

de één heeft zichzelf begraven
de ander
de ander

moeder aarde is bewogen
met open armen
laat ze zich getroosten
-ziet de delvers

de één heeft zichzelf begraven
de ander
de ander

woensdag 4 februari 2009

over een leven onder water




de vis
die ik vanochtend vond
zijn schubben zwaar gehavend
kieuwen volgeschept met zand

hij fluisterde mij toe
met drooggetrokken vissenmond
zwem niet
zwem niet in deze zee

ik ben er naast gaan liggen
langzaam open
langzaam dicht
maar vergat erbij te sterven

het had wel iets van poëzie

dinsdag 3 februari 2009

vogelgeluiden


met ranke handen
bootst ze vogels
op de muur

ze vlekken doffer
nu bij maanlicht
als bij dag

ze vallen weg
en komen op
ik leer ze vliegen grijnst ze

ik draai me om
sluit het raam
de nacht is nog maar kort

maandag 2 februari 2009

stilte in het zand


gevallen vogel
stof geeft nog een aarzeling
dood laat zich wachten